Voor opgroeiende kinderen is het, net als voor volwassenen, goed om te eten en te drinken volgens de Schijf van Vijf. Zo krijgen zij alle producten binnen die goed voor hen zijn, zoals groente, fruit, melk en brood. Deze producten leveren voldoende goede voedingsstoffen, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines en mineralen. Kinderen gebruiken deze voedingsstoffen om te groeien (11).

Fruit

Gemiddeld eet 62% van de kinderen dagelijks fruit. 75% doet dit tenminste 6 dagen per week. We zien een groot verschil tussen de jongste kinderen (0-4 jarigen) van wie 77% dagelijks fruit eet en de oudste kinderen (8-12 jaar) van wie slechts 50% dagelijks fruit eet. Ook zien we dat kinderen die opgroeien in een gezin met een hoge SES vaker dagelijks fruit eten dan kinderen in een gezin met een lage SES. Ten opzichte van 2013 is de dagelijkse fruitconsumptie toegenomen (van 53% naar 62%).

Groente

44% van de kinderen eet dagelijks groente. 71% doet dit tenminste 6 dagen per week. Ook bij de groenteconsumptie zien we een afname naarmate kinderen ouder worden en een toename naarmate het opleidingsniveau van de ouders hoger is.

Ontbijt

Net als in 2013 vinden vrijwel alle ouders het belangrijk dat hun kind elke ochtend ontbijt.

Het voedingscentrum adviseert om water te kiezen als dorstlesser in plaats van zoete drankjes. Een kind heeft verder ook elke dag melk of yoghurt nodig. Drankjes met suiker, zoals frisdrank, limonade, vruchtensap en diksap, bevatten veel calorieën en verhogen de kans op overgewicht. Als een kind vaak zoete drankjes drinkt, is bovendien de kans op gaatjes in tanden en kiezen en tanderosie groot (12).

84% van de kinderen drinkt weleens zoete drankjes. Meestal gaat het om een of twee glazen per dag op 4 of meer dagen per week. Kinderen jonger dan 4 jaar drinken minder vaak en minder veel zoete drankjes dan oudere kinderen.

Ten opzichte van 2013 is het percentage kinderen dat (bijna) nooit zoete drankjes drinkt toegenomen.

7% van de ouders vindt het niet acceptabel dat hun kind zoete drankjes drinkt. 29% vindt één glas per dag een acceptabele richtlijn. Ouders van kinderen jonger dan 4 jaar hanteren een strengere norm als het gaat om het drinken van zoete drankjes dan ouders van oudere kinderen. We zien dat ouders in 2017 een strengere norm hanteren als het gaat om het drinken van zoete drankjes dan in 2013 en in 2009.

81% van de kinderen drinkt weleens water of thee zonder suiker. 63% drinkt dit dagelijks. Er zijn geen grote verschillen tussen de verschillende leeftijdsgroepen. Meestal drinken kinderen één of twee glazen water of thee zonder suiker per dag.

Het Nijntje Beweegdiploma is een interventie die kinderen tussen de 2 en 6 jaar stimuleert om spelenderwijs beter te leren bewegen. Een goede motoriek heeft een positief effect op de fysieke en mentale gesteldheid. Daarnaast is bewegen belangrijk om overgewicht tegen te gaan. In de regio NOG wordt deze interventie in verschillende gemeenten ingezet. Evaluatiebureau Publieke Gezondheid heeft voor de gemeente Montferland de evaluatie gedaan.

Voor kinderen is voldoende beweging belangrijk om een gezond gewicht te houden. Daarnaast geeft bewegen ook energie, verkleint het de kans op allerlei ziekten, maakt het stressbestendiger en bevordert het de slaap. Per dag heeft een kind minimaal 1 uur matige tot intensieve beweging nodig. Meer bewegen is natuurlijk nog beter! Bij beweging hoeven we niet alleen aan sport te denken. Ook activiteiten zoals lopend of fietsend naar school gaan, klimmen, touwtje springen, skeeleren en dansen vallen onder bewegen (13).

Acht op de tien basisschoolkinderen in de regio Noord- en Oost-Gelderland bewegen voldoende*, namelijk 7 uur per week of meer.

Kinderen van 8-12 jaar bewegen vaker voldoende dan kinderen van 4-8 jaar. Dit komt onder andere doordat zij vaker lopend of zelf fietsend naar school gaan. We zien dat ouders van de oudste kinderen ook vaker hun kind stimuleren om naar school te lopen of te zelf fietsen dan ouders van de jongere kinderen (74% vs. 52%).

71% van de kinderen (4-12 jaar) is lid van een sportclub.

Oudere kinderen zijn vaker lid van een sportclub dan jongere kinderen. Naarmate kinderen ouder worden, wordt er meer gesport. Bijna 40% van de 8- tot 12-jarigen sport meer dan 3 uur per week.

Ruim driekwart van de kinderen (2-12 jaar) speelt meer dan een half uur per dag buiten. We zien dat het buitenspelen minder wordt naarmate kinderen ouder worden. 14% van de oudere kinderen speelt niet of weinig buiten.

Veel kinderen zijn al jong actief op internet: ongeveer tweederde van de 4- tot 7-jarigen en meer dan 95% van de 8- tot 12-jarigen zit weleens op het internet.

Ouders kijken vaak mee als hun kind internet: bijna 60% van de ouders doet dit meestal of altijd. Ouders van jongere kinderen kijken vaker mee dan ouders van oudere kinderen.

Vooral in de oudste leeftijdsgroep wordt veel geappt of gechat (60%). Bijna alle ouders geven aan dat zij meestal of altijd weten met wie hun kind appt/chat.

Een goede richtlijn voor het beeldschermgebruik voor kinderen van 2-4 jaar is 30 minuten per dag en loopt op naar maximaal 2 uur per dag voor kinderen van 10-12 jaar (15). Veel televisiekijken, gamen en computeren kan leiden tot overgewicht, omdat kinderen teveel stil zitten. Daarnaast kan het leiden tot extra druk gedrag op andere momenten en tot concentratie- en slaapproblemen (16).

Ongeveer de helft van de kinderen komt boven de norm voor beeldschermtijd uit. 52% van de 0- tot 4-jarigen komt boven de norm van 0,5 uur beeldschermtijd per dag. Van de 8-12 jarigen komt 46% boven de norm van 2 uur per dag.

Slechts 5% van de ouders in de regio Noord- en Oost-Gelderland geeft aan dat er (wel eens) in huis wordt gerookt.

68% van de ouders zegt het niet goed te vinden als hun kind voor zijn of haar 18e verjaardag voor het eerst een glas alcohol drinkt.